In december 2019 zijn we naar Bolivia gegaan. Het was eerst even afwachten of het wel zo’n slim idee was om te gaan, want november 2019 is een lastige maand geweest voor Bolivia. Er zijn veel prostesten en blokkades geweest door de oneerlijke verkiezing van eind oktober dit jaar. Gelukkig was het toen we gingen weer veilig. Hier was ik heel erg blij mee, want ik wilde heel erg graag naar Bolivia.
Zien en doen in Bolivia
Wij zijn onze reis naar Bolivia begonnen in Copacabana. Copacabana ligt aan het Titikakameer, wat voor een groot deel het grensgebied tussen Peru en Bolivia vormt. Copacabana is een klein, leuk stadje.
Isla del Sol
Vlakbij Copacabana ligt Isla del Sol. Dit is een eiland dat op ongeveer een uur varen van Copacabana ligt. Veel mensen gaan hier maar een middagje kort naartoe. Mijn vriend en ik hebben op Isla del Sol overnacht. Ik zou dit dan ook zeker aanraden. Anders heb je niet genoeg tijd om van het eiland te genieten.
Isla del Sol heeft haar naam gekregen omdat het thuis is van de zonnegod Inti. Isla del Sol is tevens de geboorteplek van de stichters van het Inca rijk. Het eiland ligt op 3800 meter hoogte op het hoogst bevaarbare meer van de wereld. Het is er dus overdag in de zon lekker warm, maar ’s avonds koelt het flink af.
Het eiland is erg rustig, tenzij alle tours met toeristen er zijn. Er rijden geen voertuigen en het uitzicht is ontzettend mooi. Je kan in ongeveer 2 uur naar de andere kant van het eiland wandelen. Elke bocht die ik maakte, elke berg die ik opliep; ik was elke keer weer verbaasd door hoe mooi het uitzicht wel niet is.
Tijdens onze wandeling zagen we in de verre verte een hele grote donkere onweerwolk hangen, maar door de verdere stilte konden we de donder zo ver weg goed horen.
Jacha Inta
Het overnachten op het eiland was ook echt top. Wij hebben overnacht bij Jacha Inta. Dit bevindt zich bij aankomst met de boot in Yumani aankomt aan de linkerkant en een stukje naar boven. De bedden hier lagen héérlijk en de eigenaar is super lief. Toen wij in de avond bij zijn restaurant kwamen eten, zaten we daar als enige met een perfect uitzicht van besneeuwde bergen in de verte. Er was heerlijke rustige muziek, heerlijk eten en lekkere wijn.
La Paz
Van Copacabana naar La Paz moesten we ineens een stuk met de boot. Nu is dit geen probleem, maar de (grote) bus moest op een soort klein vlot het water over. Dit was even spannend. Uiteindelijk ging het allemaal goed, maar het zag er van tevoren wel een beetje onzeker uit.
Grote drukke stad
Toen we met de bus in La Paz zelf aankwamen, was het er zo druk dat heel veel mensen spookreden. Dit is ook een van de redenen dat we in La Paz maar 1 nachtje zijn gebleven. Wij houden minder van grote, drukke steden. Het is natuurlijk leuk om hier even te zijn, maar na een dagje heb ik het vaak wel weer gezien.
Avondje vol gezelligheid
Die ene nacht die we in La Paz zijn verbleven, hebben we meteen ook goed besteed. We zijn met een Boliviaan uit onze bus en een paar mensen uit ons hostel naar een club gegaan, met als gevolg kleine opstartproblemen de volgende ochtend. Gelukkig zijn we er wel nog aan toe gekomen om La Paz te verkennen, mede omdat dit heel gemakkelijk gaat.
Kabelbanenstelsel
La Paz heeft een soort kabelbanenstelsel waarmee je de stad kunt ontdekken. Ik moet zeggen dat het echt ideaal is om op je brakke dag een beetje in zo’n karretje over de stad heen te kijken. Daarbij komt dat het een hele unieke manier is om de stad te verkennen.
Luciernagas
In de avond zijn wij gaan eten bij Luciernagas. Dit restaurant is zeker een aanrader! Er wordt typisch Boliviaans eten geserveerd. Het eten is ontzettend lekker en het restaurant heeft een heel gezellig huiskamersfeertje! Het restaurant heeft (mede) een Nederlandse eigenaar, waarmee we een gezellig maar ook interessant gesprek hebben gehad over o.a. de recente gebeurtenissen in Bolivia met betrekking tot de oneerlijke verkiezingen van Evo.
Sucre
Vanaf La Paz reizen veel mensen door naar Sucre, de hoofdstad van Bolivia. Sucre schijnt een hele mooie stad te zijn om te bezoeken, maar wij zijn i.v.m. tijdsgebrek doorgegaan naar Potosí omdat we graag de mijnen wilden bezoeken. Een bezoek aan de mijnen is overigens ook mogelijk vanaf Sucre, Sucre is vanaf Potosí ongeveer 3.5 uur rijden.
Potosí
Potosí is een wat rustigere (en een beetje een saaiere) stad. Toch kon Potosí aan mijn bezoek aan Bolivia niet ontbreken. Als er één stad in Bolivia of misschien zelfs wel de hele wereld is die veel geschiedenis heeft, is het Potosí wel.
Mijnen
Potosí behoorde vroeger tot een van de grootste steden van de wereld, door haar mijnen. De grote bazen van de mijnen leefden veelal in Sucre. De gehele mijnindustrie heeft zoveel betekend voor Bolivia en Potosí.
Potosí stond bekend als de mijnenstad. En is dit eigenlijk nog steeds. De stad mag nu dan wel een stuk kleiner zijn dan vroeger, de bevolking leeft nog steeds op de mijnenindustrie. De economie van Potosí moet het nog steeds grotendeels hebben van de mijnenindustrie. Doordat het zilvererts op is, leeft Potosí nu op de mijnenindustrie van andere grondstoffen. Helaas heeft het opgaan van de zilvererts ook het einde van de grootheid van Potosí betekend.
Bezoek aan de mijnen
Ik vond het een beetje dubbel om de mijnen te bezoeken, omdat ik niet over wil komen als iemand die een beetje “aapjes komt kijken”. Toch ging ik, want ik denk dat een bezoek aan de mijnen niet kan ontbreken als je in Bolivia bent. Het is ook een kwestie van je ogen openen voor de werkomstandigheden van alle mijnwerkers.
Door zo’n mijn voor een aantal uur in te gaan, begin je denk ik pas te beseffen wat voor leven de mijnwerkers wel niet hebben (niet in de goede zin). Veel mijnwerkers hebben geen andere keuze dan in de mijnen te gaan werken. Rondom Potosí is in mijnen werken vaak een van de beste opties die je als man/jongen in Potosí hebt.
Cadeautjes
Voordat wij de mijnen ingingen, haalden we nog wat cadeautjes voor de mijnwerkers. Hierdoor voelde ik me al wat minder slecht over de mijnen ingaan: de cadeautjes die wij haalden waren nuttig voor de mijnwerkers. Denk hierbij aan coca bladeren of dynamiet. Deze middelen worden veel gebruikt tijdens het werk, maar ook alcohol of sigaretten worden veel als cadeau gegeven.
Tio
Toen we de mijnen ingingen, moest ik wel even wennen. Ik ben niet zo’n held als het aankomt op dingen als mijnen of bijvoorbeeld grotten ingaan. We begonnen onze tour bij “Tio”. Tio is een beeld dat in de mijnen staat. Elke vrijdagmiddag na het werk gaan de mijnwerkers rondom Tio roken en drinken. Hedendaags functioneert Tio als een bescherming god voor de mijnwerkers, maar vanuit vroeger werd Tio door de Spanjaarden geïntroduceerd als een duivel die ervoor zorgde dat de mijnwerkers hun werk bleven doen.
Dynamiet
Na ons bezoek aan Tio gingen we verder de mijnen in. Hier konden we ons dynamiet afsteken. Zo’n held als ik in de mijnen ben, ging ik dit natuurlijk niet zelf doen en liet ik dit mooi aan onze gids over. Een paar minuten laten hoorde we een mega grote knal, waarbij ik heel even dacht dat de mijnen gingen instorten. Gelukkig viel dit allemaal wel mee, maar doordat het dynamiet in een berg wordt afgestoken klinkt het wat anders.
Ik denk dat ik wel kan zeggen dat ik na het afsteken van het dynamiet redelijk begon te wennen aan het rondlopen in de mijnen. Toen kwam onze gids met het idee om anders nog even 15-20 meter naar beneden te gaan. Beneden (of boven) lopen geen paden met rails voor de karretjes, daar is het allemaal iets meer klimmen tussendoor.
Eenmaal beneden aangekomen waren er nog een paar mensen aan het werk. Wij zijn op een zaterdag de mijn ingegaan, dus dan zijn er bijna geen mensen aan het werk. Meestal wordt er alleen op maandag t/m vrijdag gewerkt. We hebben met deze mensen een praatje gemaakt en de jongens uit onze groep zijn zelfs nog mee gaan werken. Ik was hier te slap voor.
Daglicht
Hierna zijn we weer terug naar boven gegaan, richting de uitgang. Ik moet zeggen dat ik toch wel enigszins opgelucht was dat ik weer daglicht zag. En dan te bedenken dat deze mijnwerkers dit bijna elke dag doen. De gemiddelde levensverwachting van een mijnwerker komt niet boven de 60 jaar uit, maar vaak hebben ze helaas geen andere keuze.
Het was een unieke ervaring om de mijnen in Potosí te bezoeken, maar het voelde soms ook een beetje verdrietig dat dit het leven van veel mensen in de omgeving is.
Uyuni
Vanaf Uyuni bezoeken veel mensen de zoutvlaktes. Wij zijn met een bus van Potosí naar Uyuni gegaan. Onderweg merkte we al dat we in een gebied kwamen waar veel aanhangers van Evo wonen: huizen die zijn beschilderd met “Evo presidente” etc. Even ter info: Evo is de oud-president die eind 2019 uit Bolivia is gevlucht na de oneerlijke verkiezing van oktober.
Zoutvlaktes
We kwamen ’s middags in Uyuni aan. Die middag hebben we de tijd genomen om wat prijzen te vergelijken van reisbureaus voor de tours naar de zoutvlaktes. Ik zou zo’n tour dan ook zeker niet online van tevoren boeken, want je betaalt online het dubbele. Wij zijn uiteindelijk met Cruz Andina gegaan. Je kunt er vanaf Uyuni namelijk voor kiezen om te worden afgezet in San Pedro de Atacama in Chili. Cruz Andina is een Chileens bedrijf en het leek ons wel makkelijk om met een Chileens bedrijf de grens over te gaan.
Hotel van zout
De eerste dag van de tour begonnen we bij het oudste treinspoor van Bolivia. Hierna zijn we doorgereden naar het begin van de zoutvlaktes. We begonnen op een punt waar verschillende bezienswaardigheden van de Dakar Bolivia stonden. Hierbij staat een hotel van zout. Deze zijn er heel veel op de zoutvlaktes (verrassend genoeg).
Na het bezoek aan deze plek, zijn we doorgereden naar een wat rustigere plek op de zoutvlaktes. Zoals je jezelf misschien voor kunt stellen, trekken de bezienswaardigheden van de Dakar veel toeristen.
Cactussen
Het is heel gaaf om zo’n dag bijna alleen maar over zoutvlaktes te rijden. In de middag kwamen we bij een soort “eiland” op de zoutvlaktes aan. Op dit eiland staan een heleboel cactussen.
We zijn op dit eiland helemaal naar boven gelopen en dan heb je een ontzettend mooi uitzicht over de zoutvlaktes. Van dichtbij kun je op de zoutvlaktes vaak mooie vormen van het zout zien. We eindigden onze dag uiteraard in een hotel van zout.
Verschillende landschappen
De tweede dag bevonden we ons in een heel ander landschap dan alle zoutvlaktes. De tweede dag reden we vooral door bergen en vulkaanlandschap. We zijn ook langs veel grote, mooie meren gereden. Bij veel van deze meren lopen flamingo’s in rond.
Sommige meren zijn helderblauw en andere hebben een roodachtige kleur. Kortom, de variatie van alle meren is heel erg mooi.
Geisers
De laatste dag van de tour moesten we erg vroeg op, maar het was zeker de moeite waard. We kwamen net voor zonsopgang aan bij een plek met veel geisers. Ik denk dat ik deze geisers misschien nog wel indrukwekkender vond dan de zoutvlaktes zelf.
Het is zo gaaf hoe er allemaal heet, rokend, bubbelend (en lichtelijk stinkend) spul in gaten in de grond zit. Ik heb hier vol verbazing staan kijken hoe dit mogelijk was.
Wartebaden
Na ons bezoek aan de geisers gingen we door naar natuurlijke warmtebaden, wat erg fijn was aangezien we de nacht ervoor geen douchemogelijkheid bij onze accommodatie hadden. Hierna reden we nog langs wat meren en vervolgens kwamen we alweer bij de grens aan. Hier eindigde dus helaas onze mooie tijd in het prachtige Bolivia, maar ook begon onze tijd in Chili!
Hierover lees je meer in mijn blog over Chili!